Beknopte samenvatting van het rapport

Dit rapport concludeert dat de kwaliteit van educatief videomateriaal voor de jeugd over het Israëlisch-Palestijnse conflict tekortschiet. Het is onduidelijk welke normen producenten van dit materiaal hanteren; zelfs de eigen journalistieke standaarden worden structureel geschonden. Het NPO Genrebeleidsplan Kennis & Educatie wordt onvoldoende nageleefd en er blijkt nauwelijks effectief toezicht te zijn. Kritiek en klachten worden vaak genegeerd, waardoor producenten zich feitelijk niet hoeven te verantwoorden.

Het Israëlisch-Palestijnse conflict is complex en vraagt om een evenwichtige, zorgvuldige benadering. Het grote leed in Gaza verdient volledige en waarheidsgetrouwe verslaggeving, met aandacht voor de rol van alle betrokken partijen. Versimpeling tot een eenzijdig narratief belemmert begrip bij jongeren en vervormt hun beeld van een reeds ingewikkeld conflict.

Daarnaast bestaat het risico dat gekleurde berichtgeving, foutieve informatie en schendingen van journalistieke codes bijdragen aan negatieve beeldvorming over Israël en de Joodse gemeenschap in Nederland. Gezien de geconstateerde toename van antisemitisme is nader onderzoek naar dit verband wenselijk. In afwachting daarvan is het echter onverantwoord om verbeteringen in de berichtgeving uit te stellen.

In het kader van antisemitismepreventie en het recht van ieder kind op passende informatie en onderwijs, heeft de overheid de plicht om de kwaliteit van educatieve content te waarborgen. Dit geldt in het bijzonder voor materiaal dat via SchoolTV, het Jeugdjournaal en door belastinggeld gefinancierde online platforms wordt aangeboden.

Op basis hiervan worden de volgende aanbevelingen gedaan:

  • Stel een educatieve code op. Ontwikkel een heldere code, opgesteld door journalisten en onderwijskundigen, met duidelijke kwaliteitseisen voor educatief materiaal. Deze moet journalistieke basisnormen combineren met onderwijsstandaarden en rekening houden met het ontwikkelingsniveau van jongeren. Valkuilen zoals eenzijdigheid, waardeoordelen, ideologisch of emotioneel taalgebruik, het vermengen van feiten en meningen en onjuiste informatie moeten expliciet worden benoemd. Ook moet aandacht worden besteed aan antisemitismepreventie, bijvoorbeeld met behulp van de IHRA-definitie.
  • Verplicht naleving van de code. Producenten zouden alleen toestemming moeten krijgen als zij zich expliciet aan deze code committeren. Scholen en instellingen moeten kunnen vertrouwen op deze garantie en producenten hierop aanspreken.
  • Handhaaf en corrigeer actief. Fouten moeten snel en prominent worden rechtgezet. Bij herhaalde of niet-gecorrigeerde fouten moeten sancties volgen, zoals boetes of intrekking van subsidies.
  • Beheer bestaand materiaal. Reeds in omloop zijnde content moet regelmatig worden getoetst en, indien nodig, uit de roulatie worden gehaald.
  • Organiseer onafhankelijk toezicht. Deskundig, divers en onafhankelijk toezicht is noodzakelijk om kwaliteit en evenwicht te waarborgen, met tevens een beroepsmogelijkheid voor producenten.

Goed geïnformeerde jongeren die kritisch en genuanceerd leren denken, zijn een investering in de toekomst.

Download deze samenvatting van 1 pagina.